Kerstavond 1885, Noord-Amerika
Josh keek uit over het prachtige met sneeuw bedekte berglandschap. Hij genoot van de stilte en de sereniteit die het natuurschoon uitstraalde. Hier had hij het gevoel dat hij dichter bij haar was. O, wat miste hij haar!
Hij bedacht hoe graag hij deze bijzondere plek met zijn vader zou willen delen. Hoe vaak had hij al geprobeerd om tot hem door te dringen? Hij had de hoop inmiddels opgegeven. Niets leek zijn vader meer te raken. Niet meer sinds het moment dat zij voorgoed haar ogen sloot. Zijn lieve, lieve moeder...
Een traan rolde over zijn wang. Toen nog één. Plotseling hoorde hij geritsel. Geschrokken draaide hij zich om. Hij zag een oude man staan. De man leek indiaans, hoewel zijn huid erg licht was. Zijn grijs-witte haar droeg hij in een vlecht op zijn rug.
'Wees maar niet bang', sprak de man vriendelijk. Hij ging zitten en legde een bundel takken naast zich neer, waarmee hij een kampvuur begon te maken. 'Je zult het wel koud hebben', zei hij tegen Josh. 'Maar niet lang meer.'
Josh wist niet goed hoe hij moest reageren. Wat deed die man hier? Wie was hij? Was hij te vertrouwen?
'Wat doe je hier zo laat alleen, jongen?' De man keek Josh doordringend aan.
Josh zweeg. Het voelde alsof de man recht in zijn ziel kon kijken en alles van hem wist. Zijn ogen stonden echter zacht en liefdevol. Zoals bij mam, dacht Josh.
'Soms lucht het op door erover te praten', sprak de man.
Josh slikte een paar keer alvorens hij de moed vond om te antwoorden. 'Als ik me eenzaam voel, ga ik vaak naar deze plek.'
'Dat kan ik heel goed begrijpen. Hier ervaar je een gevoel van vrede, vind je ook niet?'
Josh keek verbaasd op en zag een zweem van een glimlach op het gezicht van de man. Hij knikte. Zo was het precies!
Ze zwegen. Beiden genoten van de warmte van het vuur.
Toen sprak de man: 'Ik kom hier ook vaak. Dan praat ik met de Heer over alles wat me bezighoudt.' Na verloop van tijd vervolgde hij: 'Je mag met al je zorgen bij Hem komen.'
Josh' gezicht betrok. 'God is mij allang vergeten.'
De man staarde hem aan. 'Waarom denk je dat, jongen?'
Josh keek naar de grond. 'Vorig jaar heb ik mijn moeder verloren. En sindsdien ook mijn vader...' Hij zweeg even voordat hij verder ging: 'Hij heeft alleen maar oog voor die stomme drank! Als hij gedronken heeft, wordt hij prikkelbaar en driftig. Dan houd ik het thuis gewoon niet meer uit.' Josh keek de man met betraande ogen aan: 'Toen mam nog leefde, was alles zo goed. Waarom heeft God haar niet genezen?'
De vraag bleef tussen hen in hangen. De man wierp Josh een steelse blik toe. De jongen zag er zo verloren uit.
'Soms begrijpen we Gods wegen niet, jongen, krijgen we geen antwoord op onze vragen.' Hij wees: 'Zie je die grote heldere ster daar? Bijna 1900 jaar geleden scheen er ook zo'n ster aan de hemel.'
Josh luisterde terwijl de man verder sprak.
'Die nacht werd in een stal in Bethlehem de Redder geboren, Jezus de Gezalfde, de Zoon van God.'
Josh kende het verhaal wel; hij had het zijn vader elk jaar met Kerstavond horen vertellen.
'Jezus legde vrijwillig Zijn Goddelijkheid af om mens te worden in deze gebroken wereld. Hij bracht licht in onze duisternis, hoop voor de hopelozen, vrede voor alle mensen, troost in elk verdriet.' De man keek Josh warm en meelevend aan. 'Jezus kwam ook voor jou, mijn jongen. Hij kent al je zorgen en pijn. Hij wil je troosten, bemoedigen, hoop en kracht geven. Schenk je hart aan Jezus. Hij zal je de weg wijzen.'
Het was intussen bewolkt geworden. De wind stak op en al gauw begon het hard te sneeuwen. Het kampvuur siste langzaam uit.
De man stond op: 'Mijn berghut is niet ver van hier. Het is al laat en in deze sneeuwstorm is het niet verantwoord om de berg af te dalen. Kom de nacht maar bij mij doorbrengen.'
Josh besefte dat de man gelijk had. Hij knikte dankbaar.
Toen Josh in bed lag, luisterend naar de huilende wind, overdacht hij de woorden die de man gesproken had. En daar, in de stilte van de nacht, sprak Josh na lange tijd weer met God en verwelkomde Jezus in zijn hart.
Kerstmorgen
Josh ging op weg naar huis. Halverwege zag hij een bekend figuur op zich afkomen: het was zijn pa!
Toen zijn vader hem in het oog kreeg, riep hij: 'Josh, mijn jongen! Wat was ik ongerust!' Hij zakte op zijn knieën en zei: 'Het spijt me zo. Ik heb je zoveel verdriet gedaan. Ik houd van je, mijn zoon. Kun je me vergeven?'
Josh rende op hem toe en omhelsde zijn vader stevig. 'Ja, pa', fluisterde hij. Toen vroeg hij: 'Wilt u deze morgen met mij naar de kerkdienst?'
'Dat zou ik heel fijn vinden, jongen.' Ze stonden op en daalden verder de berg af, zich koesterend in het licht van de opgaande zon, samen in het Licht van de Zoon.
Met dit verhaal doe ik mee aan de bloghop van december 2020 die georganiseerd wordt door Hans Wesselius met als thema 'kerstverhalen'. Op het blog van de organisator staan de links van inzendingen van andere bloggers. Zo kun je van blog naar blog gaan ('hoppen') om de verhalen te lezen en zo nieuwe blogs te ontdekken.
Bron foto's: pixabay.com
Heel mooie bijdrage! Dank je wel.
BeantwoordenVerwijderenGezegend Kerstfeest!
Hartelijk dank! U ook een heel gezegend Kerstfeest toegewenst!
VerwijderenOntroerend mooi!
BeantwoordenVerwijderenHartelijk bedankt voor uw reactie!
VerwijderenMooi geschreven Esther! Trots op jou! God laat ons nooit alleen, ook niet in moeilijke tijden.. We mogen op Hem vertrouwen en bij hem komen zoals we zijn. Groetjes, Marina
BeantwoordenVerwijderenDank je wel voor je lieve reactie Marina!
Verwijderen