Het meest heeft Emma te doen met de zogeheten 'brekerjongens': jonge kinderen die de hele dag kolen uitzoeken aan een lopende band tussen gevaarlijke machines. Hun met roet besmeurde gezichtjes herinneren Emma aan het broertje dat ze lang geleden verloor. Ze wil nog maar één ding: gerechtigheid voor de mijnwerkers. Ze begint met het achterlaten van voedselpakketten bij de krotwoningen van de armste gezinnen, en ze scheldt mijnwerkers hun schulden kwijt.
Haar daden worden haar bepaald niet in dank afgenomen door de eigenaar van de mijn en de politie. Maar Emma krijgt ook steun: een charismatische mijnwerker biedt aan haar te helpen de waarheid boven tafel te krijgen. De grens tussen wat legaal is en wat rechtvaardig vervaagt, en Emma riskeert alles om haar geweten te volgen.