Door schulden van haar man Leib komt de Amsterdamse Jael tegen haar wil in het onbekende Franeker van 1710 terecht, waar zij en Leib hun joodse identiteit moeten verbergen. Jael kan niet aarden in Franeker en wil maar één ding: terugkeren naar Amsterdam, waar ze werkte in het botanisch atelier van de beroemde Maria Sibylla Merian.
Maar haar man Leib kan zich niet meer in Amsterdam vertonen en als vrouw alleen blijkt het voor Jael onmogelijk om terug te reizen. De Zuiderzee wordt haar vijand, het atelier is verder weg dan ooit. Haar opdracht om voor Sibylla een zeldzame rups te vinden, houdt Jael op de been, ook wanneer alles en iedereen haar tegenwerkt.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, 1710. De Joodse Jael werkt met veel plezier in het botanisch atelier van de beroemde kunstenares en entomologe Maria Sibylla Merian in Amsterdam. Tegen haar wil wordt ze door haar man Leib meegenomen naar het Friese Franeker. Daar kan hij meer geld verdienen dan in Mokum, waarmee hij zijn schulden hoopt af te betalen.
In haar nieuwe woonplaats heeft Jael het niet gemakkelijk. De mensen zijn wantrouwig en laten duidelijk merken dat ze haar niet moeten. Daarnaast mist ze haar dochters en het werk in het rupsenhuis intens. Ze probeert op alle mogelijke manieren uit Franeker weg te komen om terug te reizen over de Zuiderzee, maar ze wordt in alles tegengewerkt. Zal ze haar geliefde thuis ooit terugzien?
'Het rupsenhuis' vertelt het schrijnende relaas van een 18e-eeuwse vrouw die gedwongen wordt huis en haard te verlaten, niet wetend of ze haar geliefden zal weerzien. Het is een tijd waarin vrouwen weinig rechten hadden - alleen reizen per boot was bijvoorbeeld niet toegestaan - en Jael ondervindt dat aan den lijve: haar pogingen om naar Amsterdam terug te varen worden keer op keer gedwarsboomd. Haar diepe wanhoop en uitzichtloosheid stralen van de bladzijden af.
Maar er zijn meer moeilijkheden op haar pad. Haar huwelijk is niet meer wat het geweest is; Leib is enkel met zichzelf bezig en ze vermoedt dat hij dingen voor haar verzwijgt. Ook ervaart ze veel liefdeloosheid van haar gereformeerde buren in Franeker. Er is nauwelijks tolerantie voor andersgelovigen en de minachting is voelbaar. Dit alles maakt het boek nogal zwaarmoedig, vooral omdat lichtpuntjes ontbreken.
De schrijfstijl vond ik voornamelijk beschrijvend en aanvankelijk niet zo aansprekend. Langzaam maar zeker wordt het verhaal echter pakkender. Jaels achtergrond, Joodse gebruiken en feesten, oude ambachten, de botanica en het boeiende levenswerk van Maria Sibylla Merian - een unieke prestatie als vrouw zijnde begin 18e eeuw en ik had graag meer over haar gelezen - en Jaels rol daarin, laten het tijdperk tot leven komen. De interessante historische details plus een vleugje spanning en mysterie temperen enigszins de melancholiek.
Deze roman over eenzaamheid, gemis en strijd, zoomt in op het harde bestaan van een vastberaden en moedige vrouw in 1710. Een triest drama van Hollandse bodem.
Over de auteur
Jeanine de Vries heeft diverse boeken op haar naam staan. Ze debuteerde in 2016 (onder de naam Nine de Vries) met de Bijbels-historische roman 'Machla', waarna 'Chana' en 'Tikva' volgden. Ook schreef ze een dagboek voor vrouwen en werkte ze mee aan verschillende verhalenbundels. Met 'Het rupsenhuis' richtte ze zich op de 18e eeuw en het botanisch atelier van de beroemde Maria Sibylla Merian. Ze studeerde journalistiek in Ede, waarna ze als freelance tekstschrijver aan de slag ging. Nu werkt ze met veel plezier in de bibliotheek van Harlingen. Jeanine woont samen met haar man en kinderen in Friesland.
Titel: Het rupsenhuis
335 pagina's
Gepubliceerd in 2022
Uitgeverij Mozaïek
ISBN: 978 90 239 6086 7
Klinkt goed. Ik lees de boeken van deze auteur graag, maar had deze een beetje 'gemist'.
BeantwoordenVerwijderenDit is denk ik wel een boek dat jou aan zal spreken.
Verwijderen